Sinterklaasje kom (toch maar) binnen met je knecht?
Verpieterd feestje
Het scheelde niet veel of de Sinterklaasintocht van dit jaar had meer politiepetten dan Pieten. Bij zo’n hoeveelheid politieknuppels was de roe een beetje een lachertje. Ik dacht nog: ‘Hadden deze peperdure beveiligers niet met geverderde pet suikergoed kunnen uitdelen, om zo tenminste de illusie te creëren van een ongedwongen kinderfeestje?’ Maar ja, zo’n zweem van solidariteit zou waarschijnlijk de politie tot boeman maken.
M’n kleine meid scheen ’t allemaal niet te deren. Voor haar is de enige goede Piet, degene die haar snoepgoed geeft. En of deze nu zwart, beige of gifgroen is, maakt eigenlijk niet uit. Uiteindelijk bleek ze zelfs meer geboeid door het verhitte gehups van de lokale Riverdance groep, dan de stoomboot van zie ginds.
Het contrast met het ‘heerlijk avondje’ uit mijn eigen kindertijd wordt met het jaar groter. Mijn ouders vertelden mij overigens meteen hoe het zat: Die man op dat paard? Dat was Sinterklaas, maar die baard was nep. Net als zwarte Piet… En die cadeautjes? Die kochten pappa en mamma gewoon bij Bart Smit. Mijn premature inwijding in deze nationale ‘conspiracy’ verpestte het dan ook al gauw voor mijn klasgenootjes.
De Sinterklaaspret bij ons thuis werd er niet minder door. Elk jaar weer die race tegen de klok om de surprises- met-gedicht vóór zevenen bij de openhaard te parkeren. Geweldig! Gaandeweg werd het surprisegehalte wat minder, maar nam onze dichterlijke devotie toe. Bij ons in de familie kon je dan ook niet aankomen met uitgekauwde ‘Sint-zat-zwaar-te-denken-wat-hij-jou-zou-schenken’ clichés. Zelfs een schamel paar sokken werd tot een Shakespeareaans hoogstandje verheven. Mooie tradities die de Sint en Piet folklore ver te boven gingen, …maar mij ook verpesten voor het leven! Want eenmaal uit huis, heb ik nog menig 5 december tenenkrommend de poëtische prietpraat moeten aanhoren van vrienden die zich Vondel waanden. Ik realiseerde me al gauw dat niet iedereen dezelfde waarden meekreeg met zo’n volksfeest.
Inmiddels is Sinterklaas een waar strijdtoneel geworden waarop ieder vooral zijn belangen lijkt te verdedigen: Nederlanders met een migratieachtergrond willen dat dit geen fout feest wordt waarin slavernij wordt geëtaleerd. Daar tegenover staan Nederlanders die zich juist door migratie-invloeden beroofd voelen van een stukje Nederlandse traditie, en bovendien hun Sinterklaasbundel niet willen herschrijven. Zelfs de LGBT-lobby greep de gelegenheid even aan om Piet te schilderen in een herinterpretatie van de regenboog. Onderwijl zouden mijn koters zich zelfs met een Zwarteklaas en Sinterpiet kunnen verzoenen, zolang ze maar cadeautjes krijgen.
Onze Lieve Heer
Gek genoeg bekroop mij dit jaar het gevoel van een gemiste kans: de kans om als christenen een nieuwe generatie iets van Gods karakter te laten zien, dwars door het taaie debat. Het wilde geraas rondom de goedheiligman laat op z’n minst zien, dat we ons überhaupt niet meer het bestaan van een ‘goede heer’ kunnen voorstellen. Natuurlijk speelt mee dat ons beeld van heer-en-knecht is gekleurd door het slavenbeleid van onze vaderlandse geschiedenis. En daar liggen nogal wat misstanden!
Maar toch verbaas ik mij dat de aanhoudende zwartepietendiscussie minstens zoveel emoties losmaakt bij geloofsgenoten. Juist omdat velen van ons niet aarzelen om Jezus ‘Onze-Lieve-Heer’ te noemen. Dezelfde Heer die zei: “Jullie zijn mijn vrienden als jullie doen wat ik jullie beveel.” (Joh. 15:14) En wie heeft nu nooit geleerd te bidden: “Uw wil geschiedde…”? Zoiets riekt toch ook naar slavernij? Vrijwillig weliswaar, maar toch bijzonder slaafs.
Ik vraagt me ook weleens af wanneer de maatschappelijke discussie zal losbarsten rondom het ogenschijnlijke slavengedoogbeleid van het Nieuwe Testament. De apostel Paulus geeft immers medechristenen in een heer- en-slaaf verhouding instructies, maar bepleit geen duidelijke afschaffing van dit soort praktijken. Integendeel, Paulus gebiedt slaven botweg van harte gehoorzaam te zijn aan hun aardse heer, op de manier zoals ze dit ook zijn aan God (Kol.3:22-23). Natuurlijk zegt hij dat een mens beter de vrijheid kan kiezen wanneer die gelegenheid zich voordoet (1 Kor. 7:21), maar had hij christen-heren niet moeten vertellen dat ze hun slaven gewoon moesten vrijlaten? Hij roept deze heren enkel op om hun slaven te geven waar ze recht op hebben, om hen goed, en als gelijken te behandelen. (Kol. 4:1). En dat is op z’n minst boeiend te noemen.
De goedheiligman had ’t niet van vreemd
Deze mindset valt eigenlijk alleen te begrijpen in het licht van Jezus eigen houding als Heer. Jezus hart spreekt als Hij aangeeft dat Hij niet kwam ‘om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen’ (Mar.10:45). Zijn werkelijke houding als Heer spreekt boekdelen doordat Hij zegt: ‘Ik noem u niet meer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb.’ (Joh. 15:15)
Anders gezegd: Jezus is onze Heer, maar Hij beschouwt ons als vrienden en kiest ervoor om ons niet langer slaaf te noemen. Meer nog dan dat, Hij behandelt ons als deel van de familie. Paulus onderstreept dit als hij benadrukt: ‘Dus nu bent u geen slaaf meer, maar een zoon; en als u een zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus’ (Gal. 4:7).
Wat een prachtig Sinterklaasplaatje! Een Heer die dient en deelt. En slaven die behandelt worden als vrienden en zelfs de geheimen van de familie mogen weten! Zou het toevallig zijn dat Simon, die het grootste geheim van de Vader geopenbaard kreeg, spontaan door de Heer ‘Piet’ werd genoemd?! (Matt. 16:18)
Hoe anders is de karaktermoord van Nicolaas. Laten we wel wezen: eigenlijk is het best gek dat de Turkse bisschop van Myra, die met zijn reputatie miljoenen wist te bewegen tot vrijgevigheid (ook Santa Claus is door hem geïnspireerd), nu onder vuur ligt als vermeende blanke racist en slaveneigenaar. Zelfs al lukt het hard te maken dat de man zoveel knechten had, zou je toch denken dat zo’n filantropische bisschop ook z’n inspiratie ten aanzien van Pieterman ergens vandaan haalt…
Minder zwartepieten
Desalniettemin, tijden veranderen. En soms is dat even schakelen. Ook ik dacht (net als sommige van mijn Afrikaanse vrienden trouwens), dat zwarte Piet gewoon zwart was omdat wij die schoenen steeds weer bij de haard bleven zetten. Maar was het werkelijk een pigment kwestie, dan was het voor ons nóg niet echt een punt geweest. Als kind wilden wij namelijk allemaal Zwarte Piet zijn en dansen als Michael Jackson. Beiden waren zwart (toen nog wel tenminste). Belangrijker: beiden waren stoerder dan die bleke Sint, die zonder paard geen Piet bijhield. Maar nogmaals, tijden veranderen. Wellicht is de roetpiet dan een mooi compromis.
Nu ik zelf vader ben, zal ik mijn kinderen nog steeds wijsmaken dat Piet zo zwart als roet is, vanwege de schoorsteen. En zolang er geen speciale Keuringsdienst van Roetpieten in het leven wordt geroepen om te voorkomen dat Pieten onverhoopt toch weer iets te zwart zien, wil ik op mijn beurt, dan ook nog wel het bedroevend poëtische gepruttel van mijn medelanders door de vingers zien.
Wat ik niet zal nalaten, is de zwartepietendiscussie aangrijpen om mijn kids te leren om niet alle mensen over één kam te scheren. Tenslotte zijn ook niet alle Nederlanders gierig, niet alle Belgen dom, zijn alle Marokkanen geen dieven en alle Turken wellicht geen Sinterklaas, maar… kan je door elkaar marge te geven, wel prachtige vriendschappen ontdekken die je anders had gemist.
En misschien… heel misschien, ontdek je door het verhaal van de Sint, de allermooiste vriendschap met de HEER Jezus. En misschien blijft juist door de Sint-en-zijn-knecht ergens de hoop levend, dat een lieve Heer wél degelijk bestaat.