Als er één schaap over de dam is… komt de Herder eraan?

Hello Dolly!

Haar naam was Dolly en ze had drie moeders. Ze was de eerste, succesvolle kloon van een cel uit een volwassen zoogdier. En met dit schaap was het hek van de dam. Een nieuw theologisch dilemma doemde aan de horizon: transhumanisme. Een gedachtegoed waarin de mens met nanotechnologie en genetische manipulatie zijn gewaande evolutie in eigen hand neemt. Voor velen toen nog een ver-van-mijn-bed verhaal.

Met de introductie van de Crispr-techniek, veranderde dit. Een snelgroeiende ’Frankenfish’ kreeg nog minimale media-aandacht. Genetische geknutsel met een zalm en een aal leek ongeveer zo nuttig als pitloze druiven. Maar al gauw boekten wetenschappers soort-overschrijdendesuccessen. Zo kregen bijvoorbeeld katjes een genetisch upgrade met het DNA-materiaal van een kwal, zodat ze licht gaven in het donker.

De maakbare mens

Pas toen een Chinese wetenschapper met behulp van Crispr-Cas9 een tweeling genetisch bewerkte om ze Hiv-resistent te maken, werd er aan de transhumanistische rem getrokken. De man werd (toen nog) gevangengezet. Kennelijk was de wereld nog niet klaar voor Adam 2.0. Mensen met genetisch, ingebouwde resistentie tegen ziekte, langere levensduur of bovenmenselijke bekwaamheden, bleven het terrein van Marvel Comics en de droom van DARPA (het Amerikaanse, militaire onderzoeksbureau).

Wie had gedacht dat, per 2020, het transhumanistische speelveld zo drastisch zou veranderen? In een tijd waarin wat normaal is, met een rotgang wordt geherdefinieerd. Vroegere reserve lijkt te worden losgelaten om lijden en dood zo snel mogelijk tot een minimum te kunnen beperken. Een nieuw type vaccin met nano- en Crispr-technologie wordt per 2021 geïntroduceerd als ‘hoop en licht aan het einde van de tunnel’. En daarmee zijn legale, transhumanistische mogelijkheden binnen handbereik gekomen.

Een onvermijdelijke gewetenskwestie

Positief is wellicht dat de theologische discussie omtrent transhumanisme eindelijk dichterbij komt. En dat is noodzakelijk willen we als kerk niet alleen een lockdown, maar ook een lockout voorkomen.

De covid-vaccinkwestie brengt namelijk niet alleen maatschappelijke scheiding tussen enerzijds mensen met oprechte zorg voor hun kwetsbare medemens en anderzijds mensen die covid-19 ook serieus nemen, maar zich vooral zorgen maken om de langere termijn gevolgen. Ook christenen maken elkaar gemakkelijke verwijten: van ‘makke schapen’ enerzijds tot ‘domme complotdenkers’ anderzijds.

Binnen de kerk ligt het alleen complexer. Veel geloofsgenoten komen namelijk ook nog eens in gewetensnood. Zij vragen zich af: Kunnen dergelijke vaccins inderdaad verwelkomd worden als ‘een zegen van God’? Zijn we vrij om ons eigen, genetische materiaal te bewerken uit bewogenheid voor onze zieke medemens? Of is dit een teken aan de wand: een zelf willen spelen voor God? En in hoeverre zijn biometrische vaccinatiepaspoort opties (middels nanotechnologie of het luciferase-enzym) te plaatsen in een eindtijdscenario? Of is dit alles vergezocht?

De kerk blijft in het publieke debat op beleefde kijkafstand, maar reacties via sociale media weerspiegelen een groeiende broedertwist terwijl menig kansel stil blijft. Gemeenteleiders zullen dus op een gegeven moment wel tijd moeten nemen om naar vragen te luisteren, liefdevolle discussievormen te vinden, en samen te zoeken naar antwoorden, willen ze geen schapen verliezen.

Slapende meisjes

Via Dolly en soort-overschrijdende DNA-vermenging, zorgt covid-19 nu voor een versnelde opmaat voor toepassing van Crispr-technologie op de mens. Seculiere media lijkt unaniem enthousiast. Typeert ons publieke zwijgen als christenen ons echter niet méér tot slapende meisjes dan we eigenlijk willen (Matt. 5:1-13)?

De corona-crisis doet bezorgde christenen in elk geval weer spitten door Bijbelpassages op zoek naar handgrepen waar kerkleiders de discussie niet aangaan. Speculaties over bekende thema’s komen weer voorbij: de opname, de grote verdrukking, de antichrist, het merkteken van het beest, het herstel van Israël, de herbouw van de tempel, enzovoort. Bekende kaarten die nu weer iets anders lijken te zijn geschud.

Heeft iemand lampolie?

De tempel waar God troont

In het licht van transhumanisme boeit mij vooral het tempelverhaal. Niet zozeer de fysieke herbouw van de tempel waarin de antichrist figuur een ‘gruwel van verwoesting’ zal plaatsen (Matt. 24:15), maar een mogelijke geestelijke parallel dichterbij huis. Ons lichaam is immers een tempel van de Heilige Geest (1 Cor. 6:19).

Jezus zei dat Hij ‘deze tempel’ zou afbreken en in drie dagen weer zou opbouwen (Joh. 2:19-22). Nadat Zijn lichaam was gekruisigd door zondige mensen, kon hun stenen tempelbouwwerk onmogelijk meer Gods ‘thuis’ heten. Geen wonder dus, dat Hij de vrijheid nam Zich te ontdoen van deze schijntempel, het voorhangsel scheurde en de wijde wereld in wandelde. Op zoek naar harten die voor Zijn Zoon openstonden! Daar maakt Hij nu woning. Dit is het Lichaam waar Christus het Hoofd van is (Efe. 4:15-16).

Hoe Gods tempel er werkelijk uitziet, is lastig te schilderen. Het Bijbelboek Openbaring geeft ons wel een indruk van Zijn hemelse woonplaats (4:4-5:5):

  • Een troon waaruit bliksemstralen, donderslagen en stemmen komen;
  • voor de troon zeven brandende fakkels: ‘de zeven geesten van God’;
  • ‘een glazen zee, als van kristal’;
  • bij de troon, vier dieren ‘met ogen rondom’ die dag en nacht, zonder rust, zeggen: ‘Heilig, heilig, heilig is de Heere God Almachtig’;
  • en rondom de troon, vierentwintig, wit geklede oudsten, die de vier dieren bijvallen in aanbidding.

En als bijzonder detail:

  • God, zittend op de troon, met een door zeven zegels verzegelde boekrol, ‘van binnen en van buiten beschreven, waarvan wordt gezegd dat ‘de Leeuw van Juda’ als enige waard is om deze te openen, te lezen en in te zien.

Ons lichaam, Zijn tempel

Als ik dan met een propedeuse jaartje fysiotherapie op zak, ons menselijk lichaam bekijk, zie ik wel waarom God ons lichaam Zijn tempel noemt. Anatomisch is het namelijk een perfecte match met Zijn troon:

  • Ons hart zendt impulsen uit (synapsen als ‘bliksem’), heeft een hoorbare ‘donderslag’ van een hart dat tot ons ‘spreekt’ over onze lichaams- en gemoedstoestand.
  • Ons ademhalingsstelsel bevindt zich inderdaad vóór dat hart en bestaat uit zeven delen (drie longkwabben rechts, twee links en een dubbele luchtpijp waardoor ademen mogelijk is. Geen wonder dat het woord ‘adem’ zowel in het Grieks (pneuma) als in het Hebreeuws (ruach) vertaald wordt als ‘geest’.
  • Het geheel wordt omgeven door een dubbelwandig vlies dat hart en longen bedekt en een transparant vocht afscheidt om deze membranen over elkaar heen te laten glijden: een glazen zee.
  • Een ‘harts-troon’ met vier kamers die continu, dag en nacht, zonder rust, het bloed tot in de uiteinden van het gehele lichaam pompen.
  • En de witte ribben die onze ademhaling ondersteunen telkens wanneer ze meebuigen: twaalf aan de rechterzijde, twaalf aan de linkerzijde: als vierentwintig oudsten.

Onze lichamen zijn overduidelijk een fysieke afspiegeling van de hemelse troonzaal die Johannes beschrijft!

Pulken aan de zegels van de boekrol van het leven

Toch is die boekrol nog het meest boeiend in het licht van de eindtijd en Crispr-technologie. Sinds het de wetenschap is gelukt om het menselijk DNA in kaart te brengen, ontdekte men dat genetische informatie wordt doorgegeven als een taal. Ons DNA leest letterlijk als een boek! Het kent ‘zinsdelen’ (adenine, cytosine, thymine, guanine), een grammatica van genetische ‘woorden’ (gevormd door drie genetische letters: DNA-triplets/het RNA-codon), je kan zelfs ‘hoofd- en kleine letters’, ‘leestekens’, etc. onderscheiden in de DNA-taal.

De Heere Jezus blijkt de enige te zijn die inzicht heeft in en het waard is om deze boekrol te lezen. Misschien is het Griekse woordje voor ‘waard’ daarom veelzeggend: het duidt tegelijkertijd gewicht aan. Je zou kunnen zeggen dat geen mens genoeg ‘gewicht’ heeft om inzicht in deze boekrol te hebben.

Natuurlijk gaat de openbaring aan Johannes verder met het openen van zeven zegels, wat een heel eindtijdscenario in gang zet. Qua exegese loopt de vergelijking dus niet door. Maar de overeenkomsten blijven boeiend. De dubbele DNA-helix lijkt immers op een dubbel beschreven boekrol. En de Heere Jezus, Schrijver van de levenscode, kent ons tot op DNA-niveau.

Je zou je kunnen afvragen in hoeverre wij onszelf onwaardig zullen tonen, als wij te gewichtig doen over onze nieuwverworven kennis. Als we proberen onze vergankelijke Adam te updaten naar Adam 2.0., pulken we daarmee niet aan iets wat bewust is verzegeld? Zijn we daarmee niet daadwerkelijk beland ‘in de dagen van Noach’ (Matt. 24:7) waarin uiteindelijk het DNA van verschillende schepsels weer bewust wordt vermengd (Gen. 6:1-8)? En riep juist dit niet het Gods oordeel over de schepping af?

Gemodificeerd of gruwel?

Zou het kunnen dat, wanneer de mens zijn eigen DNA dusdanig leert te modificeren in een poging immuun, bovenmenselijk en uiteindelijk onsterfelijk als God te worden, dat zo’n mens-geschapen-naar-eigen beeld, God een gruwel is? Of dat juist onze zelf aangebrachte modificaties onbedoeld verwoestend werken?

En wat gebeurd er als de DNA-blauwdruk die God heeft bedacht, verandert? Is de mens dan nog wel geschapen naar het beeld van God? Of breekt dan opnieuw het moment aan waarop de Geest van God zich niet langer thuis voelt in wat ooit Zijn tempel was en vertrekt, en meeneemt wie nog lijkt op het Origineel?

Misschien zijn we toch dichter bij de komst van de Heere Jezus als we denken…

Saint K9® Blog

Publicaties, podcast transcripten
Updates, belevenissen & brainwaves